“Betrek ouders in een vroeg stadium bij passend onderwijs”


Het team van De Reiger in Lisserbroek doet er alles aan kinderen zo lang mogelijk mee te laten komen in de groep. Maar door het wegvallen van de cluster 3-4-rugzakjes wordt externe hulp inschakelen lastiger. “Gelukkig biedt Jong Leren ons de mogelijkheid een flexbudget aan te vragen om voor korte tijd, goed uit te werken wat het kind nodig heeft om tot leren te komen”, vertelt IB’er Monique Picavé.

“De leerkrachten in groep 1-5 kunnen 2,5 dag per week op ondersteuning van een onderwijsassistent rekenen. Een aantal cluster-2-kinderen krijgt externe begeleiding via Auris en voor de overige leerkingen die individuele begeleiding nodig hebben, zetten we de expertise van externe deskundigen in met behulp van een flexbudget. In de groepen 2, 5/6 en 7/8 loopt dit schooljaar een plusklas-pilot.”

Ouders spelen belangrijke rol
Kinderen die vanuit cluster 2 begeleiding krijgen, krijgen van Auris een OPP aangeleverd. Monique: “Tot groep 5 houden we de leerlingen binnen de lijn van de groep. Voor de leerkingen met een individuele leerlijn op didactiek of gedrag, schrijven we zelf zo’n uitgebreid handelingsplan. Dit is een groot, levend document dat we regelmatig met elkaar en met ouders evalueren en bijstellen. We betrekken ouders altijd in een vroeg stadium bij onze plannen. Niet omdat er altijd direct een probleem is, maar om te achterhalen of ouders onze zorg delen en bepaalde signalen herkennen. Met de ouders vormen we een driehoek om ons aanbod goed af te kunnen stemmen op de onderwijs- en/of zorgebehoeften van de leerlingen. Daarom nodigen we hen ook af en toe uit bij bijeenkomsten met het Zorg-adviesteam. Doordat we over en weer meer informatie krijgen, begrijpen we elkaar beter. We moeten uiteindelijk met elkaar een oplossing vinden.”

Krachtig hulpmiddel: het functioneringsprofiel
“Soms kunnen we onze vinger niet op ‘het probleem’ leggen. In dat geval vullen leerkracht en ouders een digitaal functioneringsprofiel in, opgesteld door een kinderpsychiater. Het meet de mate van zorgen om het kind bij beide partijen. Soms ligt dat ver uiteen. Na een gesprek blijkt dan vaak dat beide partijen hetzelfde bedoelen, maar het anders formuleren. We streven naar een goede ‘ritssluiting’ tussen zorg en onderwijs en dit document laat zien waar we ons als eerste op moeten richten.”